Ontdek ons assortiment in jouw regio
Elke winkel heeft zijn eigen unieke productaanbod. Selecteer jouw dichtstbijzijnde winkel om te ontdekken welke productcategorieën zij aanbieden.
Kies een winkelEen stappenplan om zelf te behangen
Zelf behangen kan een hele klus zijn. Toch is behangen voor beginners ook mogelijk met het juiste stappenplan.
Voorbereiding:
Om te beginnen is het belangrijk oud behang van de muur af te halen. Dit is nodig omdat de muur zo glad mogelijk moet zijn voordat je met het behangen kunt beginnen.
Om het beste resultaat te krijgen is het van groot belang dat de eerste baan recht op de muur geplakt wordt. Om dit voor te bereiden teken je met potlood en met behulp van een waterpas een loodlijn op de muur. Doe dit ongeveer 50 centimeter uit de hoek van de muur. Tegen deze lijn wordt straks de eerste baan behang geplakt.
Behangen doe je van licht naar donker. Begin dus bij het raam met de eerste baan. Zodoende heb je minder kans dat je de naden ziet bij strijklicht.
Bij een ongehandelde gestucte wand die nog vrij poreus is moet de muur eerst worden voorgelijmd. Dit doe je door de lijm als voorstrijk aan te maken. Voorstrijken doe je een dag van te voren, zodat de muur goed droog is als je gaat behangen.
Vliesbehang in lichte kleuren is vrij transparant. Als er gekleurde vlekken op de muur zitten, schijnen die later door het behang heen. Je moet dus zorgen dat de muur egaal van kleur is voordat je gaat plakken. Twijfel je of de muur licht genoeg is, doe dan wat witte latex door de voorstrijk. Je kunt ook witte voorstrijk nemen.
Als je met heel donker behang gaat behangen, heb je grote kans dat je witte naden gaat zien. Vaak zijn de randen van het behang wel meegekleurd, maar als je een klein beetje krimp hebt, zie je de witte muur op de naden. Om dat te voorkomen, saus je het behang in de juiste kleur op de plak waar de naden komen. Vaak is een liter muurverf dan wel genoeg.
Lijmen en behangen:
Controleer voordat je begint de etiketten van de rollen. Hebben alle rollen hetzelfde batch- of aanmaaknummer? Als dat niet zo is, kan er kleurverschil zitten in de verschillende rollen.
Lees vervolgens altijd eerst goed het etiket van de rol van het behang dat je gaat plakken. Daarop zie je alle bijzonderheden waarmee rekening moet worden gehouden. Als je geen volleerde behanger bent, vraag dan bij aankoop van je rollen om de behanginstructie.
Snij nu alle banen op maat. Let goed op of er een patroon in het behang zit, want dan moet je de baan afsnijden op hoogte van de muur en één patroonhoogte.
Vervolgens is het afhankelijk van het soort behang welke stap je daarna neemt. Uiteindelijk moet het behang met lijm op de muur worden aangebracht. Bij vliesbehang gebruik je geen behangtafel om het behang met lijm in te smeren. Je plakt het behang direct op de muur. Na het tekenen van een loodlijn kun je de muur insmeren met behanglijm speciaal voor vliesbehang. Je smeert de lijm iets breder dan de baan die je gaat plakken op de muur. Behang baan voor baan om indrogen te voorkomen.
Bij vinylbehang met papieren rug en papierbehang moet het behang eerst worden ingesmeerd met behanglijm voor het de muur op kan. Bij zwaar vinylbehang van bijvoorbeeld Arte en Elitisse maak je het behang eerst vochtig met een natte spons. Vervolgens begin je met het inlijmen van het behang.
Omdat behang kan krimpen door het opsmeren van behanglijm, snij je niet precies de maat van de opgemeten muur af, maar hou je boven en onder extra behang over. Ongeveer 5 centimeter zou hiervoor voldoende moeten zijn (en let zoals gezegd op het patroon). Na het insmeren van de baan, vouw je het behang naar binnen en maak je er vervolgens een rolletje van. Doe je dat niet dan heb je later bij het plakken grote kans op openstaande naden, omdat de lijm aan de randen sneller droogt dan de de lijm op de rest van het behang. Bij papierbehang volstaat alleen naar binnenvouwen. De tijd die de lijm moet intrekken op het behang staat altijd vermeld op het etiket.
Net zoals bij het opplakken van foto's, is het bij behang belangrijk om de hoeken en randen goed in te smeren met behanglijm, zodat deze later niet van de muur af krullen.
Bij het plakken van een patroonbehang heb je de banen gesneden op hoogte van de muur plus de hoogte van het patroon. De eerste baan kun je gewoon plakken. Bij de tweede baan ga je met de baan aan de zijkant van de eerste baan op zoek naar het patroon door te schuiven. Je schuift net zo lang tot het patroon doorloopt. Dit kun je het beste even oefenen met de banen voordat je ze hebt ingelijmd, want dan weet je hoe het werkt. Soms is het patroon wat lastiger te vinden en ben je best even aan het puzzelen.
Er is ook behang dat 'stortend' geplakt moet worden. Dit betekent dat je elke tweede baan moet omdraaien. Op het etiket staat dit vermeld door middel van twee pijltjes, die horizontaal naast elkaar in tegengestelde richting zijn geplaatst. Als hulpje kun je bij de banen achter op de baan een stipje zetten om de bovenkant aan te duiden. De ene baan heeft dan het stipje aan de bovenkant, bij de volgende zit het stipje aan de onderkant. Als je bij dit behang de rollen gewoon naast elkaar zou plakken, ga je banen en vaak ook kleurverschil zien. Door stortend te plakken voorkom je dat en krijg je een mooi egaal eindresultaat.
Afwerking:
Als je het behang op de muur hebt geplakt kun je eventueel ontstane luchtbellen wegwerken met behulp van een behangspatel. Ook kun je met een behangspatel behang in de hoeken van muren goed aandrukken. Werk altijd van boven naar beneden. Zorg er verder voor dat de banen behang goed op elkaar aansluiten en dat een eventueel patroon overloopt. Haal overtollig behang aan de boven- en onderkant van de muur weg met een stanleymes.
Zet altijd een emmer met schoon water en een schone spons bij je als je gaat behangen. Per baan verwijder je dan onmiddellijk de lijmvlekken die tussen de banen ontstaan. Als deze eenmaal zijn ingedroogd, krijg je ze namelijk niet meer weg en geeft het glansplekken.